Jenny van Zutphen werd geboren in Teloek Bajoer, op Borneo. De vader van Jenny werkte als ingenieur in een kolenfabriek. Jenny heeft tot haar zevende in Nederlands-Indië gewoond, ze had het er heel fijn. Toch zijn ze in 1934 naar Nederland gekomen. Jenny’s vader werd namelijk ziek en hij kon niet worden geholpen in het ziekenhuis in het dorp. Daarop besloten Jenny’s ouders naar Nederland te gaan. De reis naar Nederland ging per boot en duurde een paar weken. Ze vertrokken vanuit Batavia, wat nu Jakarta heet en de hoofdstad is van Indonesië. Aan boord was een speelzaal en er werden kinderfeestjes gehouden. Ook werden er spelletjes gedaan op het dek. Het was spannend om naar Nederland te gaan, omdat alles nieuw en anders was. Ze kwam uit de rimboe en hier zat ze in de stad. In Nederland miste Jenny wel dingen uit Nederlands-Indië, vooral de Indische rijsttafel. Ze vond het altijd gezellig, al die kleine schaaltjes met verschillende gerechten op tafel. Ze kon nog veel verschillende gerechtjes opnoemen. Ook was Jenny dol op rijst in pisangblad. Dat maakte haar baboe, de kinderjuf, altijd stiekem voor haar, omdat dat van haar moeder niet mocht.